Vooral de cijfers voor landbouw duiden op een probleem. Het geregistreerde verbruik van grondwater door de landbouw lag in 2018 meer dan een kwart hoger dan in 2016 (44,5 miljoen m³ ten opzichte van 35 miljoen m³). Voor landbouw wordt nu dus meer grondwater verbruikt dan voor de industrie. Positief is dat

Het verbruik van het oppervlaktewater lag voor landbouw maar liefst 3 keer hoger dan twee jaar daarvoor (5,63 miljoen m³  in 2018 ten opzichte van 1,94 miljoen m³ in 2016). De droge zomers van 2017 en 2018 zijn hiervan meer dan waarschijnlijk de oorzaak. Maar ook wordt meer geregistreerd omdat er meer gemeten wordt. Een goede zaak aldus Perdaens, “Meten is weten, en we kunnen alleen een integraal grondwaterbeleid voeren als we ook weten wat er verbruikt wordt.” Voor oppervlaktewater is trouwens de industrie nog steeds de grootste verbruiker, met 106,97 miljoen m³, al daalt hun verbruik met de jaren.

Dat de droge zomer van 2017 en 2018 zo’n invloed hebben op het verbruik van oppervlaktewater en grondwater is best verontrustend”, aldus Perdaens, “in 2019 en 2020 volgden immers ook droge zomers, dus een verbetering in die cijfers is erg onwaarschijnlijk de volgende jaren. Het stijgend verbruik onderstreept ook het belang dat we in Vlaanderen blijven inzetten op meer vasthouden van water.” Ook het feit dat er in 2018 geen verdere daling van het leidingwaterverbruik is, zou hiermee gelinkt kunnen zijn. Als de waterput bij gezinnen leeg komt te staan is leidingwater een vervanger.

Onderwerpen