Eigenlijk niet, toch? We verwachten het wel van alle gezinnen. Het wordt je geleerd van jongs af aan: zorg er voor dat je een appeltje voor de dorst hebt. Die dorst, dat is het moment dat er wat misgaat. Mechelen had geen appeltjes. Niet wanneer de eerste dorst opstak in de vorm van een pandemie, niet wanneer de tweede dorst zich aankondigde in de vorm van een recessie met een energiecrisis en de impact van een oorlog bovenop.
Je zou kunnen zeggen dat je daar niet op voorbereid kan zijn. Maar dat gezin is ook niet persé voorbereid op een wagen die plots niet meer rijdt, een dak dat lekt of een verdriedubbeling van de energierekening. Van hen vinden we het echter normaal dat zij er mee om kunnen gaan.
Niet zo dan voor een stadsbestuur?
En wie denkt dat het eindigt bij die oorlog, waar trouwens het einde nog niet van in zicht is, die zal bedrogen uitkomen. Want als er nu iets is waar je zeker van kan zijn, dan is het dat in de geschiedenis van steden en gemeenten er altijd ziektes, oorlogen en tegenslagen zijn geweest. Weinig verrassend dus dat het nu ook nog gebeurt.
Wat is het dan dat onze stad te wachten staat? Je hoort het vaak genoeg, de stad is er mooier op geworden. En dat is zeker waar. Maar ieder lintje dat geknipt wordt, moet natuurlijk ook afbetaald worden. Daar gaan we nog een tijdje mee bezig zijn. De huidige stadsschuld zit op een slordige 268.678.911 euro, een 3000 euro per inwoner.
Uiteraard zijn er tegelijk de extra uitgaven die een aankondigingspolitiek als die in Mechelen met zich meebrengen. En dan hebben we het nog niet over het onderhoudsbudget dat nodig is om bijvoorbeeld het grote patrimonium van de stad te onderhouden. Want ook dat moet om de paar jaar gebeuren natuurlijk. En daarvoor is maar zelden voldoende geld voorzien.
Wie dacht dat de stad hier niets voor voorzien had, kan stoppen met vrezen. Het stadsbestuur doet z’n uiterste best om zoveel mogelijk inkomsten te halen uit boetes allerhande. Zo staat er voor de komende jaren jaarlijks een ontvangst van een slordige 8,6 miljoen euro voorzien voor GAS-boetes op snelheid en jaarlijks een nette 3,5 miljoen euro voor GAS-boetes op parkeren en autoluw. Concreet vertaalt zich dat in 41.538 boetes in categorie GaS 5 in de periode juni-augustus.
Niet dat de voorgaande jaren er zoveel geïnd werd. Voor 2021 werd er op snelheid een 3,8 miljoen ontvangen en op dezelfde post voor parkeren en autoluw haalde men 800.000 euro binnen. Daar zal wat extra moeite voor gedaan moeten worden.
Maar dat had u vast ook al wel gemerkt.